natuur

Struikwilg: Baby kan ook een boom zijn.

Inhoudsopgave:

Struikwilg: Baby kan ook een boom zijn.
Struikwilg: Baby kan ook een boom zijn.
Anonim

Zodra mensen wilg noemen! Willow, rakita, vine, talnik … Al deze namen verwijzen naar één plant uit de Willow-familie. Er worden liedjes geschreven over een prachtige boom, legendes gaan erover. Iwushki geeft meestal de voorkeur aan vochtige plaatsen, maar er zijn er die groeien op droge plaatsen of in het bos tussen andere bomen. Over het algemeen zijn alle wilgen verdeeld in twee hoofdtypen: boomachtig en struikachtig. Deze laatste worden vaak een talnik genoemd. Deze naam wordt het vaakst gevonden in kruiswoordraadsels en scanwoorden ("struikwilg - 7 letters"). Maar talnik is slechts een van de variëteiten van een prachtige struik uit de Willow-familie.

Struikwilg

Image

Ondanks de algemene naam zijn planten erg divers. Van wilgentakken weefmanden, meubels maken, grappige rieten ambachten maken. Sommige boomsoorten groeien zo snel dat een in de grond geplante spruit alleen in de zomer tot drie meter hoog kan worden. Struikwilg is extreem vasthoudend. Ze verhuisde voor het eerst naar de brand, groeit gemakkelijk langs bermen, vlakbij het spoor en droogde rivieren op. Struikwilg kan 'leven' in de bergen, het noordpoolgebied, in het hoge noorden - waar ook maar een klein stukje land is. Sommige struiken zijn behoorlijk lang. Dit is een staafvormige wilg (het is ook wit ontdooid, een carrosserie of een wijnstok), een gele wilg (haak) en bosbessenwilg. Ze groeien in heel Eurazië, maar worden nooit erg groot, hoewel ze wel een meter hoog worden. Deze plantensoorten zijn echter niet het meest interessant.

Struik

Image

Misschien groeit de meest unieke struikwilg in de rotsachtige bergen van Amerika, in ons Siberië, in het noordpoolgebied en andere koude gebieden. Ze noemen het dwerg, maar zelfs dit woord is overdreven. De groei van een volwassen ivushka is soms niet groter dan 2, 5 centimeter. Interessant is dat hun bladeren even groot kunnen zijn. Even klein is een klein struikachtig wilgennet. Het groeit in de Arctische toendra en is gemakkelijk geworteld in puin, stenen en grenst aan korstmossen. Deze soort is dol op herten. In de zomer eten ze graag bladeren en in de winter graven ze bevroren takken onder de sneeuw uit.

Decoratieve wilg