natuur

Levende organismen: hun eigenschappen, organisatieniveaus en classificatie

Levende organismen: hun eigenschappen, organisatieniveaus en classificatie
Levende organismen: hun eigenschappen, organisatieniveaus en classificatie
Anonim

Wetenschappers hebben de extreme diversiteit van onze wereld al lang opgemerkt en daarom begonnen ze de manifestaties, oorsprong en verspreiding van alle levensvormen op aarde te bestuderen. Een wetenschap die alle levende organismen, hun functies, structuur en ook hun classificatie bestudeert, wordt biologie genoemd. Daarnaast onderzoekt ze de relatie van de bezielde wereld met het onbezielde.

Image

De onderscheidende eigenschappen die alleen levende organismen bezitten, zijn de volgende: de hoge mate en complexiteit van hun organisatie; elk onderdeel heeft zijn eigen betekenis en bepaalde functies; het vermogen om omgevingsenergie voor hun leven te gebruiken, te extraheren en om te zetten; vermogen om te reageren op externe stimuli en veranderingen in de omgeving. Ze zijn ook goed aangepast aan hun omgeving (adaptieve eigenschappen worden ontwikkeld); kan reproduceren (vermenigvuldigen), erfelijkheid hebben en een neiging tot variabiliteit hebben. Daarnaast zijn evolutionaire processen kenmerkend voor hen, waardoor een dergelijke verscheidenheid aan levende wezens is ontstaan.

Er zijn verschillende niveaus van organisatie van het leven, die onderling in een complexe ondergeschiktheid zitten. De laagste stap is het gezicht dat levende organismen scheidt van niet-levende en is een moleculaire structuur. Vervolgens komt het cellulaire niveau, waarbij de cellen en de belangrijkste kenmerken van de structuur voor iedereen hetzelfde zijn. Een complexer orgaanweefselniveau verwijst alleen naar meercellige organismen, waarin delen van het lichaam gevormd uit cellen al voldoende zijn ontwikkeld. De volgende stap is een holistisch organisme, hoe verschillend de wezens ook zijn, ze hebben één gemeenschappelijke eigenschap - ze bestaan ​​allemaal uit cellen.

Image

Verder wordt de hele diversiteit van het leven geclassificeerd volgens een ander principe. In de biologie is er zelfs een hele sectie genaamd systematiek, die zich bezighoudt met de beschrijving en groepering van alle wezens. De systematiek van levende organismen verdeelt ze dus volgens hun levensvorm in niet-cellulair (virussen) en cellulair. Deze laatste zijn verder onderverdeeld in: eenvoudige en complexe bacteriën, planten, dieren en schimmels. Om al deze objecten te systematiseren, moeten ze worden geïdentificeerd en hiervoor worden een aantal kenmerken gebruikt, waaronder: morfologische, biochemische, fysiologische en andere kenmerken.

Image

In de biologie wordt veel aandacht besteed aan de studie van de structuur van levende wezens. Ze bevatten veel chemische componenten die organische en anorganische verbindingen vormen. Chemische elementen in de cellen van levende organismen bevatten koolstofatomen, die een kenmerk van leven zijn. Over het algemeen zijn van alle organische verbindingen slechts enkele klassen belangrijk voor ontwikkeling. Deze omvatten nucleïnezuren, eiwitten, lipiden en koolhydraten. Levende organismen kunnen tot 70 componenten van het periodiek systeem in hun cellen bevatten, maar slechts 24 worden constant in hun samenstelling opgenomen (fosfor, kalium, zwavel, calcium, ijzer, magnesium, zink, aluminium, jodium, enz.)