de economie

Theorie van het consumentengedrag

Theorie van het consumentengedrag
Theorie van het consumentengedrag
Anonim

De theorie van consumentengedrag is het belangrijkste onderdeel van de economie. Hij bestudeert de kenmerken van de psychologie van de gemiddelde persoon in bepaalde situaties. Dit onderwerp wordt uiterst relevant in de moderne kapitalistische wereld. Dit deel van de economie bestudeert de vraagvorming. Laten we proberen te begrijpen wat de theorie van consumentengedrag is.

Wanneer een persoon een product verwerft, laat hij zich leiden door de verhouding tussen de waarde en het bedrag van zijn persoonlijk geld. Het is duidelijk dat de gedragskenmerken van de consument individueel zijn. Bij een aankoop wordt er rekening mee gehouden dat een persoon uitgaat van de beperkingen van zijn budget. Tegelijkertijd stelt de consument altijd drie hoofdvragen:

1) Wat moet er precies worden gekocht?

2) Welk geld?

3) Kunt u met het budget een aankoop doen?

De mens laat zich ook leiden door het nutsbeginsel. Dat wil zeggen, hij kiest het product dat de meeste voordelen biedt ten opzichte van andere opties. Bruikbaarheid betekent de mate waarin aan de behoeften wordt voldaan. De vraag naar producten kan worden onderverdeeld in twee categorieën:

1) Functioneel. Dat wil zeggen, een persoon koopt producten of diensten, geleid door hun eigendommen van de consument.

2) Niet-functionele vraag. Dat wil zeggen, het individu verwerft producten, niet geleid door de eigendommen van de consument, maar door een aantal redenen van derden. Niet-functionele vraag is ook onderverdeeld in drie typen:

  • Sociaal ("snob-effect"). In dit geval verwerft een persoon de economische goederen die het populairst zijn in de samenleving als geheel.
  • Speculatief. Dit type vraag hangt rechtstreeks af van het zogenaamde "Verlaine-effect" of van hoge inflatieverwachtingen.
  • Irrationeel. Dit type vraag impliceert ongeplande aankopen gedaan onder invloed van tijdelijke verwachtingen. De theorie van consumentengedrag zegt dat een persoon die bepaalde goederen verwerft, het rationeel doet. Het soort vraag dat in overweging wordt genomen, is in strijd met dit axioma.

De budgettaire beperking impliceert een bepaald kader waarbuiten de bevrediging van de behoeften niet kan gaan. Iemand krijgt bijvoorbeeld een bepaald salaris. Bij haar krijgt hij een beperkt aantal voordelen.

Overweeg de belangrijkste hypothesen waarop de theorie van consumentengedrag is gebaseerd:

1) Het geldbudget van mensen is altijd beperkt.

2) Prijzen zijn vastgesteld voor alle soorten producten en diensten.

3) Consumenten kiezen zelf een product.

4) Alle mensen die winkelen, neigen naar rationeel gedrag. Dat wil zeggen, ze houden rekening met het gebruiksniveau van het product.

Gezien het model van consumentengedrag, kan men niet anders zeggen dan de factoren die de keuze van bepaalde goederen beïnvloeden. Dit kan leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, persoonlijke redenen zijn. Consumentenfactoren zijn ook bepaalde psychologische aspecten, dat wil zeggen het temperament van de persoon, zijn karakter. De keuze wordt beïnvloed door het culturele niveau, een individu kan zich bijvoorbeeld verhouden tot elke subcultuur. De sociale factor verwijst ook naar het onderwerp in kwestie. Dit kan bijvoorbeeld iemands houding zijn ten opzichte van een politieke fractie. De economische factor is ook belangrijk. Het kan het inkomensniveau van een persoon bevatten, de waarde van bepaalde goederen.

Zoals uit het artikel blijkt, zijn er totaal verschillende patronen van consumentengedrag. De vraagvorming wordt beïnvloed door een hele reeks onderling samenhangende factoren. Het is ook vermeldenswaard dat een duidelijk en volledig begrip van de consumentenpsychologie uiterst belangrijk is in de wereld van marktrelaties.