Herbert Spencer (levensjaren - 1820-1903) is een filosoof uit Engeland, de belangrijkste vertegenwoordiger van het evolutionisme dat in de tweede helft van de 19e eeuw wijdverbreid werd. Hij begreep filosofie als een holistische, homogene kennis gebaseerd op specifieke wetenschappen en bereikte een universele gemeenschap in haar ontwikkeling. Dat is volgens hem het hoogste kennisniveau dat de hele wereld van de wet bestrijkt. Volgens Spencer ligt het in het evolutionisme, dat wil zeggen ontwikkeling. De belangrijkste werken van deze auteur: "Psychology" (1855), "The System of Synthetic Philosophy" (1862-1896), "Social Statistics" (1848).
Spencer's tieners
Herbert Spencer werd geboren in 1820, op 27 april, in Derby. Zijn oom, vader en grootvader waren leraren. Herbert verkeerde in zo'n slechte gezondheid dat zijn ouders zelfs meerdere keren de hoop verloren dat de jongen het zou overleven. Als kind toonde hij geen fenomenale vermogens, leerde hij pas op 8-jarige leeftijd lezen, maar boeken interesseerden hem niet erg. Herbert Spencer op school was lui en afwezig, en ook koppig en ongehoorzaam. Hij werd thuis opgevoed door een vader die wilde dat zijn zoon buitengewoon en onafhankelijk zou denken. Herbert verbeterde zijn gezondheid door te sporten.
Herbert Spencer Education
Hij werd naar Engels gebruik op 13-jarige leeftijd naar zijn oom gestuurd voor onderwijs. Thomas, de oom van Spencer, was priester in Bath. Het was een 'universiteitsmens'. Herbert vervolgde op zijn aandringen zijn opleiding aan de universiteit van Cambridge. Na de voorbereidende driejarige opleiding ging hij echter naar huis. Hij besloot zelf verder te studeren.
Herbert Spencer had nooit berouw dat hij geen academische opleiding had genoten. Hij volgde een goede levensschool, die vervolgens hielp bij het overwinnen van veel moeilijkheden die zich voordoen bij het oplossen van bepaalde problemen.
Spencer - ingenieur
De vader van Spencer wilde dat zijn zoon leraar zou worden, dat wil zeggen in zijn voetsporen treden. Na een middelbare schoolopleiding heeft hij een aantal maanden op de school waar hij ooit studeerde echt geholpen aan één leraar. Spencer toonde pedagogisch talent. Maar hij was meer geïnteresseerd in natuurwetenschappen en wiskunde dan in filologie en geschiedenis. Toen de plaats van een ingenieur tijdens de aanleg van de spoorlijn vrijkwam, accepteerde Herbert Spencer dit voorstel dus zonder aarzelen. Zijn biografie werd destijds gekenmerkt door het feit dat hij in de uitoefening van zijn functie plannen maakte en kaarten maakte. De voor ons interessante denker heeft zelfs een speciaal gereedschap ("fietsmeter") uitgevonden dat is ontworpen om de snelheid van treinen te meten.
Kenmerken van Spencer als filosoof
Herbert Spencer, wiens biografie in dit artikel wordt beschreven, onderscheidt zich van de meeste filosofische voorgangers door zijn praktische mentaliteit. Dit brengt hem dichter bij Comte, de grondlegger van het positivisme, evenals Renouvier, een nieuwe Kantiaan die ook de cursus vrije kunsten aan de universiteit niet heeft afgerond. Deze functie speelde een belangrijke rol bij de vorming van Spencer's oorspronkelijke filosofische wereldbeeld. Maar er waren enkele nadelen aan. Zo kende hij, net als Comte, de volledig Duitse taal niet, dus kon hij de werken van de filosofen die er in het origineel over schreven niet lezen. Bovendien bleven in de eerste helft van de 19e eeuw Duitse denkers (Schelling, Fichte, Kant, etc.) in Engeland onbekend. Pas in de late jaren 1820 begonnen de Britten kennis te maken met auteurs uit Duitsland. De eerste vertalingen waren van zeer slechte kwaliteit.
Zelfstudie, de eerste filosofische werken
In 1839 in handen van Spencer vallen Lyell's Principles of Geology. In dit essay maakt hij kennis met de theorie van de evolutie van het leven. Spencer is nog steeds gepassioneerd door technische projecten, maar het wordt nu duidelijk dat dit beroep hem geen solide financiële positie garandeert. Herbert keerde in 1841 terug naar huis en hield zich gedurende twee jaar bezig met zelfstudie. Hij maakt kennis met de werken van de klassiekers van de filosofie en publiceert tegelijkertijd zijn eerste werken - artikelen geschreven voor non-conformisten, gewijd aan de ware grenzen van staatsactiviteit.
Herbert werkte in 1843-1846 opnieuw als ingenieur en leidde het bureau. Hij is geïnteresseerd in steeds meer politieke kwesties. Oom Thomas, een priester die, in tegenstelling tot andere leden van de familie Spencer, conservatieve opvattingen had, nam op dit gebied grote invloed op hem in, nam deel aan de democratische chartistische beweging en voerde campagne voor de afschaffing van de graanwetten.
Sociale statistieken
In 1846 wordt Spencer assistent-redacteur van de Economist (wekelijks). Hij verdient goed door vrije tijd aan zijn eigen werk te besteden. Herbert schrijft "Social Statistics", waarin hij de ontwikkeling van het leven beschouwde als het geleidelijk implementeren van een goddelijk idee. Later vond hij dit concept te theologisch. Maar al in dit werk paste Spencer de evolutietheorie toe op het sociale leven.
Dit essay bleef niet onopgemerkt door experts. Spencer maakt kennis met Ellist, Lewis, Huxley. Ook deze compositie bracht hem bewonderaars en vrienden als Hooker, Georg Grot, Stuart Mill. Alleen met Carlyle lukte het niet. Redelijke en koelbloedige Spencer kon zijn galpessimisme niet uitstaan.
"Psychologie"
De filosoof liet zich inspireren door het succes van zijn eerste werk. In de periode van 1848 tot 1858 publiceert hij een aantal anderen en denkt hij na over een plan van de zaak, waarvan hij de implementatie zijn hele leven wilde wijden. Spencer past de hypothese toe van de natuurlijke oorsprong van soorten in relatie tot psychologie in de psychologie (het tweede werk gepubliceerd in 1855) en geeft aan dat het onverklaarbare individu kan worden verklaard door generieke ervaring. Daarom beschouwt Darwin deze filosoof als een van zijn voorgangers.
"Synthetische filosofie"
Geleidelijk aan begint Spencer zijn eigen systeem te ontwikkelen. Het werd beïnvloed door het empirisme van zijn voorgangers, voornamelijk Mill en Hume, Kant's kritiek brak door het prisma van Hamilton (een vertegenwoordiger van de school van het zogenaamde 'gezond verstand'), evenals door het positivisme van Comte en Schelling's natuurlijke filosofie. Het belangrijkste idee van zijn filosofische systeem was echter het idee van ontwikkeling.
"Synthetic Philosophy", zijn belangrijkste werk, Herbert wijdde 36 levensjaren. Dit werk verheerlijkte Spencer, die werd uitgeroepen tot de meest briljante filosoof van degenen die in die tijd leefden.
In 1858 besloot Herbert Spencer zich in te schrijven voor de publicatie van het essay. Hij publiceerde het eerste nummer in 1860. Tussen 1860 en 1863 kwamen Basic Principles uit. Vanwege materiële problemen werd de publicatie echter nauwelijks gepromoot.
Materiële moeilijkheden
Spencer lijdt aan nood en verlies, staat op het punt van armoede. Voeg daarbij het nerveuze overwerk dat het werk belemmerde. In 1865 meldde de filosoof bitter aan de lezers dat hij de release van deze serie moest opschorten. Twee jaar na de dood van Herbert's vader kreeg hij een kleine erfenis, wat zijn financiële situatie enigszins verbeterde.
Kennismaking met mensen, publicatie in de Verenigde Staten
Herbert Spencer ontmoette op dat moment Houmans, een Amerikaan die zijn werken in de Verenigde Staten publiceerde. In dit land wint Herbert eerder aan populariteit dan in Engeland. Umans en Amerikaanse fans verlenen hem materiële steun, waardoor de filosoof de publicatie van zijn boeken kan hervatten. De vriendschap van Humans and Spencer duurt 27 jaar, tot de dood van de eerste. De naam van Herbert wordt stilaan bekend. De vraag naar zijn boeken groeit. Het dekt financiële verliezen in 1875, maakt winst.
In de daaropvolgende jaren maakt Spencer 2 reizen naar Zuid-Europa en Amerika, voornamelijk woonachtig in Londen. In 1886 werd de filosoof, vanwege een slechte gezondheid, gedwongen zijn werk vier jaar lang te onderbreken. Het laatste deel verscheen in 1896, in het najaar.
